Van PNIL naar vaste formatie: zo creëer je rust en continuïteit in de zorg

PNIL is duur en verstoort continuïteit

Voor veel zorgorganisaties is PNIL een noodzakelijke noodoplossing. Op korte termijn vult het gaten in de roosters, maar op de lange termijn werkt het verstorend. Externe inhuur is duur, teams zien continu wisselende gezichten en HR raakt grip kwijt op kosten en kwaliteit (https://johnsonmarketing.nl/van-pnil-naar-vaste-medewerkers-in-de-zorg/).

Een PNIL-scan maakt zichtbaar waar vaste instroom nodig is

De eerste stap is inzicht. Welke functies worden structureel door externen ingevuld? Hoeveel uren zitten er in de flexschil? Een PNIL-scan maakt deze afhankelijkheden zichtbaar en vormt de basis voor een recruitmentplan dat aansluit bij de formatie.

Akkolade levert de kandidaten, HR bewaakt de koers

Op basis van deze analyse richt Akkolade het recruitmentproces in. Kandidaten worden gericht gezocht, benaderd en geselecteerd. HR stelt de prioriteiten, bewaakt de voortgang en neemt de beslissingen. Zo ontstaat een duidelijke verdeling: HR bepaalt de richting, Akkolade voert uit.

Voorbeelden van succesvolle PNIL-afbouw

• Bij Merenhoef werden binnen een jaar 12 vaste zorgprofessionals aangenomen, waardoor PNIL-inhuur aanzienlijk afnam.
• Bij Ons Tweede Thuis werd in zes maanden tijd bijna 8 FTE behandelstaf in loondienst aangenomen, waarmee de afhankelijkheid van externe specialisten fors verminderde.

Besluitvaardig HR versnelt de transitie

Het succes van PNIL-afbouw hangt samen met de rol van HR. Transparantie over PNIL-data, duidelijke doelen per kwartaal en snelle besluitvorming over kandidaten zijn essentieel. Zo wordt PNIL-reductie geen ambitie op papier, maar een concreet resultaat in de praktijk.

Conclusie: vaste formatie brengt rust en stabiliteit terug

Door PNIL om te zetten naar vaste formatie dalen de kosten, neemt de voorspelbaarheid toe en krijgen teams de rust terug die nodig is. Akkolade neemt de uitvoering op zich, HR behoudt de regie. Het resultaat: stabiliteit, kostenbeheersing en een sterkere organisatiecultuur.