Geschreven door:
Financiering
Terug Terug naar magazine

Alles over financiering van de zorg

 

Binnen ons werk hebben wij iedere dag gesprekken met kandidaten over de zorg. Maar hoe zit het nu met de financiering van de zorg? Wat is het verschil tussen bijvoorbeeld de Wlz (Wet langdurige zorg) en Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) en wanneer maak je aanspraak op een Persoonsgebonden budget (PGB) of een Volledig pakket thuis (vpt)? In dit artikel gaan we in op de verschillende wetten en vormen daarvan en de rol van de zorgkantoren.

Wet langdurige zorg
Thuiszorg kan worden gefinancierd vanuit de Zvw (Zorgverzekeringswet), de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning; uitvoering bij de gemeente, bv. inzet huishoudelijke zorg) of vanuit de Wlz (Wet langdurige zorg), waarbij de uitvoering bij de zorgkantoren ligt. 

De Wlz is een volksverzekering die mensen verzekerd met ernstige en blijvende beperkingen bij de zelfredzaamheid en/of regie, zodat zij de noodzakelijke zorg krijgen. Een verzekerde heeft aanspraak op Wlz als hij blijvend 24 uur per dag zorg in de nabijheid of permanent toezicht nodig heeft. Dit is om te voorkomen dat hij fysiek of psychisch ernstig gevaar loopt.

Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) stelt vast of dat zo is. In de Wlz is het de bedoeling dat mensen zorg en diensten geleverd kunnen krijgen, die zoveel mogelijk aansluiten bij hun persoonlijke behoeften. De verzekerde die een indicatie van het CIZ krijgt, kan kiezen uit verschillende leveringsvormen thuis of in een instelling. Zij kunnen bij het maken van deze keuze ondersteuning krijgen van het zorgkantoor. 

Nadat de verzekerde de keuze heeft gemaakt, worden er samen met de zorgaanbieder(s) afspraken gemaakt over hoe de noodzakelijke zorg wordt geleverd. Deze afspraken worden vastgelegd in een zorgplan. Bij thuiszorg zijn vaker meerdere partijen betrokken, zoals de huisarts, stichting Hulp bij Dementie enzovoort. De “coördinator zorg thuis” zorgt er vervolgens voor dat het zorgplan altijd beschikbaar is en geraadpleegd kan worden door betrokkenen. 

De zorgkantoren
Per regio is vastgesteld welk zorgkantoor de Wlz uitvoert. De zorg zelf wordt uitgevoerd door instellingen waarmee het zorgkantoor overeenkomsten heeft gesloten. Met een PGB (Persoonsgebonden budget) kan een verzekerde zelf zorg inkopen bij wie hij dat wil. 

Als een verzekerde meer zorg nodig heeft dan op grond van de indicatie mogelijk is, kan het zorgkantoor meer geld toekennen voor de zorg. Dit kan met een toeslag, met meerzorg, met Extra Kosten Thuis (EKT), of met het Persoonlijk Assistentie budget (PAB). 

Eigen Bijdrage CAK
Verzekerden die 18 jaar of ouder zijn en Wlz ontvangen, betalen een eigen bijdrage. Verzekerden ontvangen van het CAK een rekening met het bedrag dat ze als eigen bijdrage moeten betalen. Hoe hoog de eigen bijdrage is, hangt af van het inkomen van de verzekerde, het vermogen en de leveringsvorm. De eigen bijdrage die PGB budgethouders moeten betalen, mag niet betaald worden vanuit het PGB-Wlz. Op de website van het CAK staat meer informatie over de eigen bijdrage. Ook staat hier een rekentool, waarmee verzekerde zelf de hoogte van de eigen bijdrage kan berekenen. 

Ondersteunende functies zorgkantoor
De thuiszorg wordt opgedeeld in diverse ondersteunende functies:

  • Persoonlijke verzorging;
  • Verpleging;
  • Begeleiding (individueel of in een groep);
  • Behandeling (individueel door een behandelaar of in een groep);
  • Vervoer (van en naar de dagbesteding/-behandeling)
  • Schoon houden van de woonruimte;
  • Verstrekken van eten en drinken (alleen bij een volledig pakket thuis);
  • Logeeropvang

Andere leveringsvormen voor zorg thuis
Het zorgkantoor kent naast het verblijf nog 3 soorten van leveringsvormen voor zorg thuis.

MPT (Modulaire Pakket Thuis)
Hierbij wordt van de basiszorg gebruik gemaakt, eventueel gecombineerd met een PGB. Een verzekerde die thuis woont met een Wlz-indicatie voorziet zelf in recreatieve en sociaal-culturele activiteiten (anders dan dagbesteding Wlz). Als een verzekerde daarin niet zelf kan voorzien, kan er beroep worden gedaan op algemene voorzieningen uit de Wmo. Het vervoer naar recreatieve of sociale activiteiten behoort tot het sociaal vervoer (Wmo). Het verstrekken van eten en drinken is geen onderdeel van een Modulair Pakket Thuis. Verzekerden kunnen hiervoor een beroep doen op de Wmo (uitvoering door gemeente).

Het VPT (Volledig Pakket Thuis).
Hiertoe horen in ieder geval ook het verstrekken van eten en drinken en het schoonhouden van de woonruimte. De term ‘in ieder geval’ houdt in dat de zorgaanbieder ook andere voorzieningen kan leveren die de zorg en welzijn van verzekerde faciliteren. Gebruikelijk is dat de zorgaanbieder het wassen van (al dan niet eigen) bedlinnen kosteloos uitvoert en enige recreatieve activiteiten organiseert. Als de zorgaanbieder en de cliëntenraad het erover eens zijn, kunnen in plaats daarvan ook andere faciliteiten op het gebied van zorg en welzijn worden aangeboden. 

Verzekerde begeleiden naar een arts of therapeut bij VPT
De zorgaanbieder zorgt voor begeleiding als verzekerde niet meer alleen een arts of therapeut kan bezoeken. Begeleiding kan nodig zijn, als verzekerde bijvoorbeeld niet alleen kan reizen of niet kan begrijpen wat de behandelaar zegt. De aanbieder kan hierbij de hulp van mantelzorgers vragen, maar deze zijn hiertoe niet verplicht. Als er geen mantelzorgers beschikbaar zijn, dan zal de aanbieder voor de benodigde begeleiding moeten zorgen. Dat kan ook met inzet van geïnstrueerde vrijwilligers.

Het PGB (Persoonsgebonden budget) 
Bij PGB moet verzekerde in staat zijn om veel zelf te regelen, zoals het opstellen van een budgetplan, het afsluiten van zorgovereenkomsten met de zorgverleners en verantwoording afleggen over de besteding van het PGB. 

Roerende voorzieningen, mobiliteitshulpmiddelen en woningaanpassingen zijn geen onderdeel van de zorgpakketten aan huis. Verzekerden kunnen hiervoor een beroep doen op de Wmo (uitvoering door de gemeente) of de Zvw.

Tot slot: Bij dit alles gaat het om zorg die voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk. Deze formulering omvat meer dan alleen verzekerde zorg, maar omvat geen zorg waarvan de effectiviteit onvoldoende vaststaat, zoals alternatieve geneeswijzen.

Het mag duidelijk zijn, de regels in de zorg waar het gaat over financiering zijn niet eenvoudig. De nieuwe minister Conny Helder van Langdurige Zorg & Sport, heeft vanuit haar functie als bestuurder vaak kritiek gehad op de vele ingewikkelde regels binnen de zorg. We wachten af of dat ook geldt voor de financieringsvormen en in hoeverre dat de komende jaren wordt gewijzigd.

 

Financiering

Deel dit artikel hieronder:

 

Binnen ons werk hebben wij iedere dag gesprekken met kandidaten over de zorg. Maar hoe zit het nu met de financiering van de zorg? Wat is het verschil tussen bijvoorbeeld de Wlz (Wet langdurige zorg) en Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) en wanneer maak je aanspraak op een Persoonsgebonden budget (PGB) of een Volledig pakket thuis (vpt)? In dit artikel gaan we in op de verschillende wetten en vormen daarvan en de rol van de zorgkantoren.

Wet langdurige zorg
Thuiszorg kan worden gefinancierd vanuit de Zvw (Zorgverzekeringswet), de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning; uitvoering bij de gemeente, bv. inzet huishoudelijke zorg) of vanuit de Wlz (Wet langdurige zorg), waarbij de uitvoering bij de zorgkantoren ligt. 

De Wlz is een volksverzekering die mensen verzekerd met ernstige en blijvende beperkingen bij de zelfredzaamheid en/of regie, zodat zij de noodzakelijke zorg krijgen. Een verzekerde heeft aanspraak op Wlz als hij blijvend 24 uur per dag zorg in de nabijheid of permanent toezicht nodig heeft. Dit is om te voorkomen dat hij fysiek of psychisch ernstig gevaar loopt.

Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) stelt vast of dat zo is. In de Wlz is het de bedoeling dat mensen zorg en diensten geleverd kunnen krijgen, die zoveel mogelijk aansluiten bij hun persoonlijke behoeften. De verzekerde die een indicatie van het CIZ krijgt, kan kiezen uit verschillende leveringsvormen thuis of in een instelling. Zij kunnen bij het maken van deze keuze ondersteuning krijgen van het zorgkantoor. 

Nadat de verzekerde de keuze heeft gemaakt, worden er samen met de zorgaanbieder(s) afspraken gemaakt over hoe de noodzakelijke zorg wordt geleverd. Deze afspraken worden vastgelegd in een zorgplan. Bij thuiszorg zijn vaker meerdere partijen betrokken, zoals de huisarts, stichting Hulp bij Dementie enzovoort. De “coördinator zorg thuis” zorgt er vervolgens voor dat het zorgplan altijd beschikbaar is en geraadpleegd kan worden door betrokkenen. 

De zorgkantoren
Per regio is vastgesteld welk zorgkantoor de Wlz uitvoert. De zorg zelf wordt uitgevoerd door instellingen waarmee het zorgkantoor overeenkomsten heeft gesloten. Met een PGB (Persoonsgebonden budget) kan een verzekerde zelf zorg inkopen bij wie hij dat wil. 

Als een verzekerde meer zorg nodig heeft dan op grond van de indicatie mogelijk is, kan het zorgkantoor meer geld toekennen voor de zorg. Dit kan met een toeslag, met meerzorg, met Extra Kosten Thuis (EKT), of met het Persoonlijk Assistentie budget (PAB). 

Eigen Bijdrage CAK
Verzekerden die 18 jaar of ouder zijn en Wlz ontvangen, betalen een eigen bijdrage. Verzekerden ontvangen van het CAK een rekening met het bedrag dat ze als eigen bijdrage moeten betalen. Hoe hoog de eigen bijdrage is, hangt af van het inkomen van de verzekerde, het vermogen en de leveringsvorm. De eigen bijdrage die PGB budgethouders moeten betalen, mag niet betaald worden vanuit het PGB-Wlz. Op de website van het CAK staat meer informatie over de eigen bijdrage. Ook staat hier een rekentool, waarmee verzekerde zelf de hoogte van de eigen bijdrage kan berekenen. 

Ondersteunende functies zorgkantoor
De thuiszorg wordt opgedeeld in diverse ondersteunende functies:

  • Persoonlijke verzorging;
  • Verpleging;
  • Begeleiding (individueel of in een groep);
  • Behandeling (individueel door een behandelaar of in een groep);
  • Vervoer (van en naar de dagbesteding/-behandeling)
  • Schoon houden van de woonruimte;
  • Verstrekken van eten en drinken (alleen bij een volledig pakket thuis);
  • Logeeropvang

Andere leveringsvormen voor zorg thuis
Het zorgkantoor kent naast het verblijf nog 3 soorten van leveringsvormen voor zorg thuis.

MPT (Modulaire Pakket Thuis)
Hierbij wordt van de basiszorg gebruik gemaakt, eventueel gecombineerd met een PGB. Een verzekerde die thuis woont met een Wlz-indicatie voorziet zelf in recreatieve en sociaal-culturele activiteiten (anders dan dagbesteding Wlz). Als een verzekerde daarin niet zelf kan voorzien, kan er beroep worden gedaan op algemene voorzieningen uit de Wmo. Het vervoer naar recreatieve of sociale activiteiten behoort tot het sociaal vervoer (Wmo). Het verstrekken van eten en drinken is geen onderdeel van een Modulair Pakket Thuis. Verzekerden kunnen hiervoor een beroep doen op de Wmo (uitvoering door gemeente).

Het VPT (Volledig Pakket Thuis).
Hiertoe horen in ieder geval ook het verstrekken van eten en drinken en het schoonhouden van de woonruimte. De term ‘in ieder geval’ houdt in dat de zorgaanbieder ook andere voorzieningen kan leveren die de zorg en welzijn van verzekerde faciliteren. Gebruikelijk is dat de zorgaanbieder het wassen van (al dan niet eigen) bedlinnen kosteloos uitvoert en enige recreatieve activiteiten organiseert. Als de zorgaanbieder en de cliëntenraad het erover eens zijn, kunnen in plaats daarvan ook andere faciliteiten op het gebied van zorg en welzijn worden aangeboden. 

Verzekerde begeleiden naar een arts of therapeut bij VPT
De zorgaanbieder zorgt voor begeleiding als verzekerde niet meer alleen een arts of therapeut kan bezoeken. Begeleiding kan nodig zijn, als verzekerde bijvoorbeeld niet alleen kan reizen of niet kan begrijpen wat de behandelaar zegt. De aanbieder kan hierbij de hulp van mantelzorgers vragen, maar deze zijn hiertoe niet verplicht. Als er geen mantelzorgers beschikbaar zijn, dan zal de aanbieder voor de benodigde begeleiding moeten zorgen. Dat kan ook met inzet van geïnstrueerde vrijwilligers.

Het PGB (Persoonsgebonden budget) 
Bij PGB moet verzekerde in staat zijn om veel zelf te regelen, zoals het opstellen van een budgetplan, het afsluiten van zorgovereenkomsten met de zorgverleners en verantwoording afleggen over de besteding van het PGB. 

Roerende voorzieningen, mobiliteitshulpmiddelen en woningaanpassingen zijn geen onderdeel van de zorgpakketten aan huis. Verzekerden kunnen hiervoor een beroep doen op de Wmo (uitvoering door de gemeente) of de Zvw.

Tot slot: Bij dit alles gaat het om zorg die voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk. Deze formulering omvat meer dan alleen verzekerde zorg, maar omvat geen zorg waarvan de effectiviteit onvoldoende vaststaat, zoals alternatieve geneeswijzen.

Het mag duidelijk zijn, de regels in de zorg waar het gaat over financiering zijn niet eenvoudig. De nieuwe minister Conny Helder van Langdurige Zorg & Sport, heeft vanuit haar functie als bestuurder vaak kritiek gehad op de vele ingewikkelde regels binnen de zorg. We wachten af of dat ook geldt voor de financieringsvormen en in hoeverre dat de komende jaren wordt gewijzigd.

 

Ons laatste
nieuws

Bekijk alles
Slider Dots